Het juiste vlindernetje, bij de juiste persoon

Vlindernetjes zijn er in kleuren en maten. Als beginnend vlinderspotter of libellenliefhebber is het niet altijd even duidelijk welk vlindernetje je best kiest. Met onze tips hopen we te kunnen helpen en een geschikt vlindernetje te kiezen.

We gebruiken hier de term ‘vlindernetje’ omdat ze in de natuurstudiewereld zo genoemd worden. Je kan ze uiteraard ook gebruiken voor libellen, nachtvlinders, kevers, sprinkhanen…

JNM vzw en JNM Winkel promoten het vangen van dieren niet, onder geen enkele vorm. Vlindernetjes zijn een onderdeel van natuureducatie en natuurstudie. Besef dat er ook andere alternatieven zijn om bijvoorbeeld libellen te bestuderen, met bijvoorbeeld een verrekijker.

jongen met vlindernetje


kleur bekennen

Zwart en wit. In het algemeen heb je vlindernetten in deze twee kleuren. Uiteraard hebben ze beide hun voor- en nadelen.

Door een zwart vlindernet kan je eenvoudig doorkijken, wat handig is voor bijvoorbeeld vlinders en libellen. De zon reflecteert daar namelijk niet zo hard op, zoals bij een wit vlindernet. Met als gevolg dat een wit vlindernet ook niet altijd even aangenaam is als je een hele dag insecten vangt op hete, helder blauwe dagen.

Een wit vlindernetje is dan weer handig als je vooral naar kleine beestjes zoekt en kijkt. Cicaden, lieveheerbeestjes en andere kleinere kevers

 

wit vlindernetjezwart vlindernetje

 

groot, groter, grootst: de diameter

Er bestaan drie verschillende diameters voor vlindernetjes: 30 cm, 40 cm en 50 cm.

Hoe kleiner de opening, hoe wendbaarder je net is, wat wel voordelen heeft als je plots iets ziet vliegen of bewegen waarbij je snel moet kunnen reageren. Bij een kleinere opening is de kans wel groter dat je schade toebrengt aan bijvoorbeeld een libel.

Ga je vooral voor vlinders of libellen, kies dan een opening van minimaal 40 cm. Als je echt libellen wil vangen kan je beter 50 cm gebruiken. Ook handig voor libellen is een telescoopstok toevoegen aan je vlindernet, deze zijn hier speciaal voor gemaakt. Je stok wordt langer, meer kans dus om te vangen.

Vang je vooral kleine beestjes, dan is het beter om voor 30 cm te gaan. Ook als je tussen struiken en in dichtere vegetatie wil vangen, kan een kleiner vlindernet wel aardig wat voordelen bieden. Zo zal je minder hinder ondervinden als je tussen het dichte struikgewas loopt, zoals bijvoorbeeld van bramen of andere struiken.

Ook hier: denk na waarvoor je je vlindernetje wil gebruiken. Weeg de voor- en nadelen af tegen over elkaar én begin maar met vangen. Weet je het echt niet? Ga dan voor de middenmaat en kies 40 cm. Kan je niks verkeerd mee doen.

 

Tekst: Oliver Mechthold, met dank aan Jef Hendrix, Cyr Mestdagh, Robbe Cool en Veerle Cannoot voor de informatie. 

Foto's: Lotte Rohde en Vermandel