De Nederlandse sprinkhanen en krekels (n°8)
Dat de Entomologische Tabellen garant staan voor kwaliteit hoeft geen betoog. Struin maar eens door de eerdere uitgaven over boktorren, hooiwagens of goudhaantjes. In de gebruikelijke huisstijl zijn deze keer de rechtvleugeligen aan de beurt, een groep die ook in België aan aandacht wint, toch als ik de 90.687 puntwaarnemingen mag geloven (bron: waarnemingen.be op 27 augustus 2015). Het leuke aan deze nieuwe tabel is dat hij info bundelt uit het eerste deel van De Nederlandse Fauna (Kleukers et al. 1997), uit de alom gelauwerde Veldgids Sprinkhanen en Krekels (Kleukers & Krekels 2004) en uit de handige determinatietabel De Sprinkhanen van Nederland en België (Kleukers 2004). Al bij al leverden de auteurs en de redacteur weer een sterk staaltje af. Biologie, morfologie en zoeken en waarnemen worden kort en krachtig behandeld, terwijl de hoofdmoot van deze tabel uitgaat naar velddeterminatie en strak uitgebalanceerde soortbesprekingen. De uitgebreide determinatietabel (32 paginas!) behandelt alle 65 in Nederland en België voorkomende soorten en vermeldt ook een handvol te verwachten soorten zoals de Mierenkrekel of het Duits propje. Een leuke aanvulling of verbetering zijn de detailfotos van allerlei veldkenmerken, zoals de kopkleur van krekels, de halsschilden van de veldsprinkhanen en de vleugelvelden van de Ratelaar-groep. Zo wordt de determinatie van vervelende veldsprinkhanen of doorntjes zelfs voor de leek een aangenaam te klaren klus. Onder de soortbesprekingen wordt telkens een sonogram weergegeven en een helder overzichtskaartje. Dat laatste vergelijkt de periode voor 2006 met de periode 2006-2014. Zo worden opvallende verschuivingen qua verspreiding in een oogopslag duidelijk. Let eens op de snelle opmars van Sikkelsprinkhaan, Zuidelijke boomsprinkhaan, Zuidelijk spitskopje en Zanddoorntje. Anderzijds is er de akelige afname in verspreiding van Zadelsprinkhaan, Kleine wrattenbijter en Wrattenbijter, maar misschien minder gekend ook die van de Veldkrekel.